vrijdag 5 juli 2019

Een bijzondere oorkonde uit 1219

Wanneer is de eerste kerk gebouwd in Blerick? Tja, exact weten we dat niet, maar het moet zeer zeker vóór 1219 zijn geweest. Dat bewijst een bijzondere oorkonde uit 1219. Op bijgaande tekening de grondvorm uit die 12de eeuw, het was een zaalkerkje van 18 * 7 meter en lag op de hoek van de Antoniuslaan met de Helling. Maar eerst maken we een aanloop door de eeuwen heen. Wie waren de baas in Blerick?
Toen de laatste Romeinse troepen in 406 de Limes (Rijngrens) opgaven, lag onze streek meteen open voor nieuwe volkeren. De lang in bedwang gehouden Germaanse stammen kwamen in beweging. Er ontstond een ware volksverhuizing. De ‘langharige’ Merovingers namen het heft in handen en heersten tussen 481 en 752 over het Frankische Rijk. Geleidelijk brokkelde de macht van die Merovingische dynastie af. In de 8e eeuw vertolkten de koningen voornamelijk een ceremoniële functie, terwijl de politieke macht bij de Karolingers lag. De Karolingische dynastie, waartoe ook Karel de Grote (768-814) behoorde, zou tot in de 10e eeuw over het Frankische Rijk heersen. Het is in die tijd dat de agrarische gemeenschapjes uitgroeiden en de ‘heren’ de eerste kerkjes lieten bouwen om de boeren te kerstenen. 
Graven van Loon. Na het uiteenvallen van het Frankische Rijk ontstonden nieuwe staatjes. Het Maasdal was sterk versnipperd en graven en hertogen probeerden hun macht te vergroten ten koste van elkaar. De graven van Loon regeerden in het gebied, vergelijkbaar met het huidige Belgisch Limburg. Maar ook in Blerick en Horst hadden ze eigendommen en rechten op de tienden en het patronaat van de kerk. Als hun leenmannen traden op de Heren van Borne. Otto van Borne verklaarde in 1219 met toestemming van zijn gemalin Petronella van Limburg en zijn kinderen dat hij het jus patronatus et personatus van de kerken in Blerick en Horst vrij en ten eeuwigen dagen overdroeg aan de abdij van Averbode. In Horst (toen Berkele genoemd) had Otto een kapel laten bouwen. Arnold III, graaf van Loon, waarvan Otto van Borne het patronaat van Blerick en Berkele in leen had, gaf aan deze schenking zijn goedkeuring. Men noemt jus patronatus et personatus het recht op het patronaat en het benoemen van de pastoors. Het was deze Otto van Borne, die volgens de plaatselijke archieven de eerste kerk in Blerick heeft laten bouwen, en dat wel uit de overblijfselen van de aldaar gelegen vroegere Romeinse burcht: Propugnaculum Romanorum dicitur vertisse in ecclesiam Blericanam. Helaas is dat verhaal van die burcht niet meer aan te tonen. Wel kwamen bij het afbreken van het overgebleven byzantijnse koor in 1948 bepaalde elementen boven de grond uit het begin van de twaalfde eeuw. Otto van Borne stichtte ook het beneficie van Sint-Hubertus, Sint-Sebastianus en Sint-Anna. Bovendien kwam ook een fonds ter beschikking van de pastoors om Blerickse jongens, die priester wilden worden, te ondersteunen. Van dit fonds hebben onder anderen in de 16de eeuw Peter Zandrinus en Mathias Kessels gebruik gemaakt.
Pastoor Pontanus (1609-1691) schreef in zijn breedvoerige aantekeningen over deze periode, dat de heer van Borne de goederen, landerijen, broeken enz., van lieverlede verbeterde en benuttigde, nieuwe hoeven en woningen liet bouwen. Nieuwe akkers en bossen uit de broeken en braak liggende gronden liet aanleggen. En dat de bevolking om beide bidplaatsen (Blerick en Berkele) destijds zeer begon toe te nemen.
Een bijzondere oorkonde. In het onderhoud van de geestelijken in beide kerken was voorzien door gunsten (beneficiën) en het aantal inwoners en gelovigen steeg gestaag, dus aan de inkomsten heeft het niet gelegen. Toch vond de Heer van Borne dat het beheer van de kerken beter af was met de kloosterlingen van Averbode, en hij vertrouwde ze niet langer toe aan de wereldlijke machthebbers. Zijn bedoeling hiervan was, zoals hij zelf verklaarde: ‘om God voor zijne en zijner voorouders zonden voldoening te schenken’. Daarom droeg hij in het jaar 1219 het patronaat en personaat van de genoemde kerken op aan de abdij van Averbode. Engelbertus, aartsbisschop van Keulen, bevestigde deze overdracht en nam benevens andere kerken, in 1224 ook die van Blerick en Berkele onder zijne bescherming. Van 1219 tot 1837 hebben de witheren van Averbode onafgebroken de pastorele bediening van de Blerickse Lambertuskerk waargenomen. Op het einde van de 18de eeuw bezat Averbode het patronaat van 28 kerken, in het bisdom van Roermond die van Venlo en Blerick. In het handschrift van Augustino Boterdael (1702-1777) vinden we de naamlijst van de meeste pastoors tot eind 18de eeuw, aangevuld met enkele persoonlijke aantekeningen. 
Transcriptie van de overdracht in 1219 van het patronaat (jus patronatus) en personaat (jus personatus) van Blerick en Berkele (Horst) aan de abdij Averbode: 
In nomine sanctae et individuae Trinitatis. Ego Otto Dominus de Born, omnibus hoc scriptum inspecturis in perpetuum salutem. Quoniam ea, quae temporaliter fiunt, a memoria hominum persaepe tollit oblivio, unde non nunquam oritur dissensionis occasio; quapropter scriptis fecimus commendari, quae ad posterorum notitiam necesse duximus conservari. Notum ergo facimus tam praesentibus quam futuris, quod nos de assensu uxoris nostrae Petronellae et filiorum nostrorum jus patronatus et personatum ecclesiae de Bleirke et ecclesiae de Berkele quae est filia dictae ecclesiae de Bleirke, necnon et assensu Domini Arnoldi comitis de Loss, a quo patronatum dictarum ecclesiarum in feudo tenebamus, in remissionem peccatorum nostrorum et predecessorum contulimus ecclesiae de Averbode, quiete et libere possidenda in perpetuum. Ut autem haec nostra donatio solemniter facta in perpetuum stabilis et inconvulsa praefatae ecclesiae permaneat, eam praesenti Dni Arnoldi comitis de Loss, sigillorum appensione muniri fecimus et corroborari. Acta sunt haec anno Incarnationis Domini millesimo ducentesimo decimo nono. 
Deze prachtige oorkonde is dit jaar 800 jaar geleden opgesteld en bevindt zich in het archief van Averbode. Wil je er meer over lezen? Bij de Bruna in Blerick ligt een boekje ‘de alde Lambertuskerk’ met alle details.