maandag 14 maart 2022

Jan en Ketrièn van Broker (1431)

Het is algemeen bekend dat het grondgebied van Blerick in vroeger tijden voor een belangrijk deel in het bezit was van kerkelijke instellingen zoals de abdij van Fulda, de abdij van Kamp, de abdij van Averbode, het klooster van Dalheim en het stift Pantaleon. Daar is een en ander over bekend. Maar toch leuk als je af en toe een nieuw document onder de neus krijgt. Ik kende het nog niet. Dat is altijd genieten en meteen moet het getranscribeerd worden. Waar gaat het over? Wie staan erin?

Onderstaand document werd opgemaakt op zondag 4 december 1431, dus bijna zes eeuwen geleden. Johan van de Brouck en zijn vrouw Katherine waren pachters op Broekerhof en kregen tot ‘eeuwige tijden het recht en redelijke overgegeven en opgedragen’ van 2½ morgen land in de Goeterlo-kamp en 1 morgen voor de Broekerhof. Waarschijnlijk werd het echtpaar in hun eigen dorp gewoon Jan en Ketrièn van Broker genoemd. De destijdse schepenen van Blerick, Claes Hillen en Maes van Helden lieten dit prachtige document opstellen met toestemming van abt Johann van de Cistersiënzer abdij Kamp (Kamp-Lintfort-D). Omdat beide schepenen niet konden zegelen, werd dit officieel gedaan door de scholtis van het land van Kessel, Heinrick van Merwijck.

Mooi toch, en onze plaatsnaam werd gewoon als Blerick vermeld. In een vroeger document uit 1249, eveneens van de abdij Kamp, wordt het nog aangegeven als Blereke. Hof Goeterlo werd overigens vanaf de 17e eeuw Moutzhof genoemd, en Broekerhof staat nog altijd bekend als Brokerhaof. Beide boerderijen liggen nabij de rotonde van het kruispunt N273 (Napoleonsbaan) en de Hoverhofweg.

De niet zo in de Blerickse historie geïnteresseerde zal zijn schouders ophalen en denken: ‘Ut zal waal’. Maar voor mij als amateur-historicus is dit alweer een krent in de Blièrickse reziènkespap. De transcriptie van het document:

Wij Claess Hillen en Maess van Helden Scepene to Blerick doen kont alle luden en tugen in desen open brieve als Scepen dat daer onss sijn coemen Johan van de Brouck en Katherine sijn wetlick wijff en hebben bekant voer oen en voir oere erven dat sij in naem eens wessels tot ewigen tiden recht en redelicke overgegeve en opgedragen hebbe ind oick overgheve en opdrage admiss desen brieff den erwerdige in garde Broeder Johan van garde genaden Abt in der tijt in en gemeynen convent des Cloesters van Camp ordens van Cistias (cisterciënzers) in den gestichte van Coelne gelegen en oeren nacomelinge oer derdehalve (2½) morgen lantz aen eyne stuck in den kampe tot gueteler (later Moutzhof) ind eyne morghen voir den hoff toe Broick (Broekerhof) mit alle oere rechten en toebehoere gelegen die der Abt ind dat gemeyne convente vurss en oer nacomelinge tot erfflicke rechte hebben soele in de voeghen en manieren dat Johan en Katherine vurss en al erven dair voer wederomme tot ewigen tiden hebben en behalden soelen van de Abt en gemeyne convent des Cloesters vurss oere elve (3½) morgen
lants eygens erfs die Sewit van Helden van oen plach te hebbe mit alle oere rechte en toebehoir die aen die Abt mit de gemeyne convent na inhalt eyns anderen brieffs dair van besegelt gegeve ind opgedragen hebbe en Johan en Katherine vurss hebbe gekaufft dese wessell als vurss stat voir oen en voir oere erve tot ewigen tiden vaste ind stede te halden sonder alle argelist in orkonde en getuge der warheit en want wij Clais Hillen en Maes van Helden Schepen vurss selver gheyne segele en hebbe so hebben wij gebede Heinrick van Merwick onse heren Scholtis nu in der tijt des lantz van Kessell dat he sijne segell voir onss terkonden aen desenen brieff wille hanghen dat wij Heinrick van Merwick scholtis vurss ghedaen hebbe ome beden wille deser Scepens vurss en heb mijnen segel voir oen t’konden aen desen opene brieff gehangen / segenen in den Jair onss heren dusent vierhondert en eyn en dertich op sent Barbaren dach (4 december) der heiliger jonfrouwen.