Hendrina Caniels ‘trekt’ naar Amsterdam
Lang geleden
leefde een klein gezin in een klein huisje in het dorp Blerick. Wilhelmus
Caniels (1667-1714) en z’n vrouw Aldegondis Kerckhoffs hadden twee dochters:
Aldegondis (1697-1765) en Hendrina (1700-1762). Ze woonden in Blerick in een
klein huisje met berenplaats[1]
en een koolhof. Wilhelmus overleed op 47-jarige leeftijd en Aldegondis leende zeker
niet uit weelde 250 gulden bij het Heilige Geestklooster[2]
in Venlo. Ze hertrouwde in 1718 met Gijsbertus Theeuws en in 1721 met Paulus
Sijmons. Zij zelf overleed in 1750 en haar derde man acht jaar later. Haar
ongetrouwde dochter Aldegondis woonde nog maar alleen in het kleine huisje. En
toen ook zij in 1765 op 67-jarige leeftijd overleed, bleef ook het huisje desolaat
en berooid achter.
Hun andere
dochter Hendrina was immers de wijde wereld ingetrokken. We treffen haar in
1733 aan in Amsterdam op de Fluwelen Burgwal (nu Oudezijds Voorburgwal). Ze
trouwt met de koekebakker Hendrik
Spolders uit Geldern (D). Haar enige zus Aldegondis komt helemaal over uit
Blerick om te getuigen. Hendrina en haar man gaan wonen op de Nieuwendijk en
samen krijgen ze vier kinderen. Het contact met Blerick blijft hecht, want haar
moeder is doopgetuige bij hun eerste kind Wilhelmus (1734). Ook bij de volgende
drie kinderen: Gertrudis (1736), Allegonda (1738) en Hendrina (1740) komen
getuigen over uit Blerick. En dat was in die tijd een ‘Roomse reis’. Waarschijnlijk ging dat met een beurtschip of een trekschuit
en dat nam meerdere dagen in beslag.
Als we gaan
neuzen in de Amsterdamse archieven vinden we alleen sporen van de twee
middelste dochters Gertrudis en Aldegonda. De oudste zoon Wilhelmus en de jongste
dochter Hendrina zijn jong overleden. In 1758 lezen we dat Hendrik Spolders nog
maar moeilijk kan schrijven vanwege zwakheijt
van sijn gesigt en acht jaar later overlijdt hij. Dochter Gertrudis
(Geertruij) erft in 1747 een koraal ketting, is in 1767 getuige van een mishandeling
en trouwt op 36-jarige leeftijd met Jan Babtist Bernartini uit Livorno (It). Er
komen geen kinderen.
Op 22 september
1768 zien we Geertruij en Aldegonda in een volmacht om het al drie jaar leegstaande
huisje in Blerick te mogen verkopen. Schepen Willem Conraetz[3]
kwam persoonlijk naar Amsterdam om de zusters van het Heilige Geestklooster te machtigen
om het vervallen huisje in Blerick van de hand te doen. Er was achterstallige
betaling op de hypotheek, het huisje stond op instorten en de buren hadden
meermaals geklaagd.
Aldegonda
overlijdt op 45 jarige leeftijd in 1784 en Geertruij Spolders op 64-jarige
leeftijd in 1800. Beide liggen ze begraven op het Karthuizer kerkhof. Daarmee
verdwijnt definitief het laatste spoor van Hendrina Canjels in het verre
Amsterdam.
Wat meer
details van zo’n drie eeuwen geleden vinden jullie hieronder.
De familie Caniels
Wilhelmus Caniels[4]; ged.13-02-1667 Blerick (z.v. Henricus Willems Caniels en Maria Raemaaeckers); ovl.22-09-1714 Blerick. Getrouwd 04-04-1690 Blerick met Aldegondis Kerckhoffs[5], ovl.31-01-1750 Blerick. Hun kinderen:
1. Aldegondis, ged. 14-10-1697 Blerick; ovl.28-04-1765 Blerick (filia innupta, ongetrouwd)
2. Henderina, ged.25-08-1700 Blerick; ovl.13-07-1762 Amsterdam (op de Nieuwendijk). Getrouwd 16-04-1733 Amsterdam met Hendrik Spolders (Spoelders), ovl.19-06-1766 Amsterdam (Schippersstraat).
Hendrina Caniels, ged.25-08-1700 Blerick; ovl.13-07-1762 Amsterdam (op de Nieuwendijk) en begraven op het St.Anthonis Kerkhof. Getrouwd 16-04-1733 Amsterdam met Hendrik Spolders (Spoelders), ovl.19-06-1766 Amsterdam (Schippersstraat) en 27-06-1766 begraven op het St.Anthonis Kerkhof.
Op de huwelijksakte lezen we: Compareerden
als vooren Hendrik Spolders van Gelder oud 32 jare, op de Nieuwendijk, ouders
dood; geassisteerd met Gerrit de Groot. En Hendrina Kanjels van Bleerik oud 31
jare op de Fluweeleburgwal (nu Oudezijds-voorburgwal), ouders dood[6];
geassisteerd met haar suster Allegonda Kanjels
Ze gaan wonen op de Nieuwendijk en krijgen vier kinderen, gedoopt te
Amsterdam in kerk Het Haantje:
1. Wilhelmus, ged.24-03-1734 (get. Jan
Sponders en Allegonda Kerkhooven). Waarschijnlijk dood geboren omdat objit vermeld staat.
2. Gertrudis, ged.30-03-1736 (get. meters
(patrinata) Elisabeth Kanjels en Allegonda
Kanjels); getrouwd 11-10-1771 met Jan Babtist Bernartini uit Livorno (It). Ze
geeft aan 29 jaar oud te zijn (??) en woonde op de Haarlemerdijk; ovl.12-11-1800
(begraven op het Karthuizer kerkhof)
3. Allegonda, ged.02-04-1738 (get.Paulus
Simon en Elisabeth Kanjels); ovl.07-03-1784 Amsterdam (begraven Karthuizer
kerkhof)
4. Hendrina, ged.24-09-1740 (get. meters
(patrinata) Elisabeth Kanjels en Allegonda
Kanjels); begraven 27-09-1741 St.Anthonis kerkhof.
Wat vertellen de archieven in
Amsterdam:
Op
22-07-1740 treedt koekebakker Hendrik
Spolders op als getuige bij het opstellen van een testament.
Op 24-01-1747 is Geertruij Spolders een van de erfgenamen van Elisabeth de Parnes:
Op 01-10-1758 zien we Hendrik Spolders in het testament van Jan van Stokkum, die vertrekt als 19-jarige met ’t schip De vrouwe Geertruijda van de Oostindische Campagnie. Hendrik woont dan in de Wije steeg aan de Zeedijk. Hij kan moeilijk ondertekenen: deese letters gestelt door Hendrik Spolders, die verklaarde door zwakheijt van sijn gesigt niet anders te konnen schrijven.
Op
24-09-1767 zien we dat Geertruij Spolders woonagtig ten huyze van Pieter Kees,
wonende inde Kapelsteeg bij de Zeedijk getuigt bij een mishandeling.
Op zoek naar meer sporen in het archief van Amsterdam vinden we in 1768 een machtiging[7], kort samengevat lezen we:
N 346 Procuratie; Heden 22 september 1768 compareerden voor mij Mr.Johannes Beukelaar, notaris: Gertruid en Aldegonda Spolders, meerderjarige dochters en alhier wonende; geven te kennen dat Aldegonda Kerckhoff, weduwe van Willem Canjels volgens testament 13-06-1714 en octrooi van de cijnsheren bij de eerwaarde religieuzen van ’t Heilige Geest Klooster in Venlo op 16 maart 1716 heeft opgenomen een kapitaal van 250 gulden tot vaste hypotheek op een huis, berenplaets en coolhoff in Blerick. Dat door afsterven van Aldegonda Caentjels (thuiswonende dochter ovl.28-04-1765) is verstorven een huisje met berenplaets soo daenigh vervallen, dat gevreest word dat sal instorten en desaengaende door de nabuuren veels is geclaaght. Er is achterstallige betaling en de beide dochters geven machtiging om het huisje te verkopen.
Hr.W.Conraetz, schepen Venlo, treedt in naam van de comparanten; aldus gepasseerd voor de notaris in Amsterdam.
Boven: de ondertrouw van Hendrik Spolders en Hendrina Caniels
Links:
hartje Amsterdam tussen Centraal Station en de Dam
Blerick, 4
juli 2025
Jan Titulaer
[1]
Betekenis onbekend
[2]
Het Heilige Geestklooster was een klooster in het centrum van de Nederlandse
stad Venlo. Het lag op de hoek van de Jodenstraat en de Heilige Geeststraat. Door
de eeuwen heen wisselde de bezetting van het klooster tot de Norbertinessen die
als laatste het klooster bewoonden.
[3]
Willem Conraetz (1719 - 1802) was schepen en burgemeester van Venlo. Hij
studeerde rechten in Leuven en werd op 9 juli 1743 tot advocaat aan het Hof van
Venlo beëdigd; van 1759 tot 1796 was hij schepen van Venlo. In 1762, 1767,
1774, 1778, 1782 en 1784 was hij regerend burgemeester.
[4]
Zie gezinsblad Blerick nr.239 (en verder 237, 236)
[5]
(2) getr.27-10-1718 met Gijsbertus Theeuws, ovl.25-04-1719; (3) getr.02-02-1721
met Paulus Sijmons, ovl.24-07-1758)
[6]
Haar moeder leefde nog!
[7]
Archief 5075, Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam; Bestanddeel
11190, 1768 Juli 4-1768 September 30; met alphab.index in no.11240. Titel
Machtiging, 1768-09-22