De onderstaande Tranchotkaart dateert van 1803-1820, precies binnen het tijdvak waar we het over gaan hebben. Sommigen vinden het Fort Sint Michiel machtig interessant, ik heb dat niet. Natuurlijk als je geïnteresseerd bent in de bouw van zo’n fort en in krijgsgeschiedenis kan ik me daar iets bij voorstellen. Maar mijn hart ligt bij de geschiedenis van Blerick, het dorp van mijn voorouders. En dan speelt dat Fort een heel andere rol.
De lieflijke heerlijkheid Blerick heeft verschrikkelijk zwaar geleden onder het Fort Sint Michiel. Tijdens de vele belegeringen van de sterke en gewilde vesting Venlo moest Blerick het steeds ontgelden. Binnen die gele boog (schootsafstand) verdwenen meerdere keren alle huizen, bomen en struikgewas. Er is al veel over geschreven en in dit artikel probeer ik slechts in te gaan op de laatste maanden van de Franse bezetting van 1793-1814.
Op dinsdag 12
februari 1793 werd het fort ingenomen door Franse troepen. Het werd in 1810
versterkt en versteend door de Franse bezetters. De Slag bij Leipzig (16-19
oktober 1813), ook wel de Volkerenslag genoemd, was een beslissende nederlaag
voor Napoleon Bonaparte tegen het geallieerde leger van Rusland, Pruisen,
Oostenrijk en Zweden. Deze slag, waarbij meer dan 500.000 soldaten betrokken
waren, was de grootste in Europa vóór de Eerste Wereldoorlog en leidde tot de
ondergang van Napoleons Europese rijk. Napoleon werd gedwongen zich terug te
trekken, moest aftreden en werd verbannen naar het eiland Elba. Het was een
keerpunt, dat de weg vrijmaakte voor de invasie van de geallieerden in
Frankrijk in 1814. Na de val van Napoleon Bonaparte moesten de Fransen zich
terugtrekken en zowel het fort Sint Michiel als de vesting Venlo kwamen weer in
Nederlandse handen. De definitieve val van Napoleon vond weliswaar plaats op 18
juni 1815 tijdens de Slag bij Waterloo, waar hij werd verslagen door een
geallieerd leger bestaande uit Britse, Nederlandse en Pruisische troepen. Maar
op dat moment waren de Franse troepen al enige tijd vertrokken uit Venlo en
Blerick.
Want op zaterdag
7 mei 1814 trokken de Fransen zich terug uit Venlo, wat het einde van hun
heerschappij betekende. De volgende dag arriveerde Jan Baptist van Hugenpoth
tot den Berenklauw als commissaris namens koning Willem I om de macht over te
nemen. De stad werd onbeschadigd overgedragen aan Nederlandse troepen, na een
periode waarin Pruisen en Kozakken de omgeving hadden bezet. Hoe anders was dat
aan de overkant van de Maas! De laatste maanden van de Franse bezetting waren behoorlijk
dramatisch voor Blerick. Om niet te zeggen hartverscheurend.
In de Nieuwe
Venlosche courant van 8 juni 1935 staat een artikel onder de titel ‘Het fort Sint Michiel’, wat onverkort
hier volgt. Het kijkt kort samengevat terug vanaf 1641 en beschouw het als
inleiding op die laatste maanden:
Waar oogenblikkelijk de Prins Hendrik
Kazerne staat, stond vroeger het fort Sint Michiel, zoogenaamd, omdat men op
den vooravond van St. Michiel in het jaar 1641 aldaar een kleine verschansing
heeft aangelegd. Dat was toen nog Blericksch grondgebied. Drie volle jaren
duurde het alvorens deze vesting gereed was, maar het kon bogen op den naam van
een goed en sterk fort. Onder vele opzichten, zegt de geschiedenis, heeft
Blerick dat bezit veel leed berokkend. Negentig morgen, van de meest
vruchtbaren grond werden aan de eigenaren en den landbouw onttrokken, zonder
een cent vergoeding, noch aan de eigenaren, noch aan de gemeente. Daarenboven
werden vele bosschen, boomen en heggen gerooid, om het uitzicht en de
schietgelegenheid uit het fort te verbeteren. En zoo herhaalde zich dat bij
iedere gelegenheid dat de Stad Venlo belegerd werd, of de vijanden, welke
gelegerd waren in Blerick door de belegerden in Venlo, verdrongen moesten
worden. Dat heeft zoo ongeveer geduurd, tot aan de Napoleonstijd. Zoo werden in
1814 nog ontvreemd door de Fransche soldaten: 12.000 pond spek, 52 stuks
koebeesten en runderen, tegen een toenmalige waarde van 5840 franken. Men kan
begrijpen dat na zooveel jaren van verdrukking en knechting de geest onder de burgers
van Blerick allesbehalve was. Ook toen was allen handel en verkeer met de naburige
stad weer verbroken. Bovendien waren weer vele huizen en akkers vernield zoodat
de gemoederen niet alleen tegen de Franschen waren opgewekt, maar men zelfs
naar den kant der tegenstanders ging overhellen. Dat kwam ter oore van den
Commandant van het Fort St. Michiel, welke den toenmalige Pastoor met het volgende
briefje vereerde, wat gedateerd was op 1 April, doch heusch niet bedoeld was
als een Aprilgrap, men leze:
Mijnheer de Pastoor.
Geen burgerlijk gezag meer in Blerick herkennende, zoo onderrigt ik U bijtijds tot
het welzijn der gemeente, welker geestelijk bestier Gij voert, dat, indien men
niet bewilligt in het door mij gevraagde, en men nog langer gehoor geeft aan de
bevelen des vijands, ik het dorp teenemaal zal doen in asch leggen. Mij dunkt
dat een billijke vijand niets durft eischen van een plaats, die slechts een geweerschot
van de verschansing verwijderd ligt. Ik heb de eer te zijn enz.
w.g. De Commandant van Fort Sint Michiel, RAADT, 1 April 1814.
Wat was de
reden waarom die arme inwoners van Blerick zich zo verzetten?
Het waren
niet alleen die ‘12.000 pond spek, 52
stuks koebeesten en runderen’ die ze hadden moeten leveren. Op 17 juli
1814, de Fransen waren twee maanden vertrokken, stuurde burgemeester Joannes
Vervoort een schadeformulier aan de onder-prefect van het arrondissement Kleef.
Daarin lezen we dat in het inktzwarte weekend van 25 en 26 december 1813 maar
liefst 25 huizen met de grond gelijk werden gemaakt door de Fransen. Met dank
aan Andreas Heuijerjans volgt hieronder die brief in het Frans en de vertaling.
Tevens is een poging gedaan de slachtoffers van dit zinloze oorlogsgeweld te
traceren.
Bree le 17-7-1814
Le Bourgemaitre de Bree[1],
Blerijck et Baerlo a monsieur Sinsteden sousprefet de l’arrondissement de
Cleves
Pour satisfaire a votre lettre du 17 7bre j’ai l’honneur de veux indiquer
que le 25 et 26 xbre de l’année passée 25 maisons, granges, exuriet et autres
batiments des habitans de Blerijck situées pres le fort St.Michiel dependant de
la ville de Venlo par ordre et un capitain de genie et de monsieur le
gouverneur[2]
de la ville de Venlo sont abattués et demolués jusqu’au fond, qui sont evaluées
et estimées par les macons et charpentiers experts nommes ad hoc comme suit
celle de:
Une grande partie des mal heureux habitants ont d’apres leurs batiments demolué
et abattus conduits leurs meubles effats et bestiaux
[ zie de tabel verderop]
Vrij
vertaald staat in deze brief:
De
burgemeester van Bree, Blerijck en Baerlo aan de heer Sinsteden[3],
onderprefect van het district Kleef:
Naar aanleiding van uw brief van 17 september heb ik de eer u te informeren dat
op 25 en 26 december van vorig jaar 25 huizen, schuren, bijgebouwen en andere
gebouwen van de inwoners van Blerijck, gelegen nabij Fort Sint-Michaël,
onderdeel van de stad Venlo, zijn gesloopt en met de grond gelijk gemaakt in
opdracht van een kapitein-ingenieur en de gouverneur van Venlo. Deze gebouwen
zijn getaxeerd en gewaardeerd door deskundige metselaars en timmerlieden, die
hiervoor zijn aangesteld, als volgt:
Een groot
aantal ongelukkige inwoners kreeg te horen dat hun gebouwen waren afgebroken en
dat hun meubilair, bezittingen en vee waren weggehaald.
Uit respect en
terugwerkend medelijden volgen hieronder de details van deze 25 ‘mal-heureux’:
- Leonard Spee, timmerman (1775-1850); tr.(1) 19-04-1803 met Maria Theresia Houba; tr.(2) 22-06-1829 Anna Elisabeth Timmermans.
- Joannes Wanten (1742-1810); tr.14-01-1787 met Catharina Janssen
- Joannes Gulikers tr. 28-10-1797 met Maria Willemsen (weduwe); kinderen onbekend
- Petrus Linssen (Baarlo 1770-1834); tr.06-07-1796 Joanna Elisabth Verheijen
- Cornelius Grubben (1771); tr.22-05-1805 met Joanna Heinckens
- Segerus Linssen (Helden 1735-1803); tr.19-07-1787 met Petronella Houba
- Jacobus Janssen (Velden 1748-1792); tr.14-04-1779 met Elisabetha Vervoort (1749-1803)
- Joannes Berden (1773-1842); tr.29-01-1804 met Wilhelmina Beurskens
- Jacobus Deintjens (1736-1815); tr.(1) 21-01-1762 met Aldegondis Hillen; tr.(2) 05-05-1796 met Maria Segers
- Leonardus Geraets; onbekend
- Jacobus Deintjens (1736-1815); tr.(1) 21-01-1762 met Aldegondis Hillen; tr.(2) 05-05-1796 met Maria Segers
- Jacobus Gommans (1762-1836);
tr.06-07-1791 met Elisabetha Verrijnen
- Martinus Berden (1765-1828); tr.02-05-1798 met Christina Dings
- Joannes Timmermans; onbekend
- Henricus van Oijen (1771-1852); tr.14-04-1796 met Agnes Peeters
- Petrus Jansen in Ael; onbekend
- Wilhelmus Verheijen (1753-1828); tr.(1) Baarlo 23-04-1787 met Maria Elisabeth Gommans; tr.(2) Bree 11-03-1791 met Petronella Haenen; tr.(3) 20-04-1803 met Margaretha Geurts
- Petrus Sanders (1768-??); tr.31-01-1787 met Joanna Petronella Wanten
- Christianus Houba; onbekend
- Lodewijk de Rijk (Heyen (D) 1763-Tegelen 1830), schipper, koopman; tr. Met Wilhelmina Gubbels
- Joannes Verheijen (1756-1824); tr.26-07-1786 met Anna Catharina Menten
- Lambertus (van) Sloen; tr.13-01-1806 Met Anna Maria Goossens
- Henricus Goossens (1775-??); tr.25-04-1803 met Gertrudis Smets
- Gregorius Menten (1765-1839); tr.01-10-1789 met Maria Catharina Wijnants
- Petrus Jacobus Titulaer (1773-1850); tr.22-05-1798 met Anna Maria Dings
Tenslotte
Als ik nu op de
televisie kijk naar die oorlogen en de verwoestingen met meestal
burgerslachtoffers dan kan ik mij de gemoedstoestand enigszins voorstellen van
de destijdse inwoners van Blerick. Natuurlijk, het is intussen al meer dan twee
eeuwen geleden gebeurd. Maar bedenk ook, dat deze ellende meerdere keren is
neergedaald op Blerick. Zolang het Fort er lag, van pakweg 1641-1867, stond de
ontwikkeling van Blerick compleet stil. Hopelijk nemen jullie het mij, als
amateur historicus, niet kwalijk dat ik iets anders tegen het Fort Sint Michiel
aankijk.
[1]
Joannes Vervoort (1756-1815); secretaris der Heerlijkheid Blerick 1782, schepen
van Bree 1783, municipaal agent 1798-1799, maire van de mairie Bree 1800-1815
[2]
Commandant Raadt van het Fort Sint Michiel schreef 1 April 1814 een brief aan
pastoor Goossens van Blerick.
[3]
Bij besluit van 11-03-1814 benoemd tot directeur de cercle (sous prefect) voor
het arrondisement Kleef (waaronder kanton Horst en heel Noord-Limburg boven
Venlo): M.Sinsteden.

