dinsdag 14 september 2021

Het ontzettende busongeluk in 1931

Op zaterdagmiddag 14 februari 1931 gebeurde het op de inmiddels al lang verdwenen spoorwegovergang Venlo-Nijmegen, aan de Grubbenvorsterweg ter hoogte van de huidige Jachthavenweg. Vier mensen verloren daarbij het leven. De Nieuwe Venlosche Courant van 16 februari 1931 besteedt drie volledige pagina’s aan dit verschrikkelijke drama van 90 jaar geleden. De overweg werd vrij snel hierna gesloten en de daarbij liggende wachtpost 66 verdween in de vijftiger jaren. Nel Verstegen-Maessen maakte in 2014 een samenvatting van dit tragische ongeluk en noemt daarbij alle betrokkenen. Dank dat ik dit mag gebruiken, hieronder haar verhaal:


Zaterdagmiddag 14 februari 1931 vertrok vanaf de Maasbrug in Venlo een extra autobus van de firma Kupers uit Venray om 23 inzittende marktbezoekers naar huis te brengen. De weg liep met een grote boog om de infanteriekazerne te Blerick heen en liep verder parallel aan de spoorlijn naar Nijmegen. Spoedig werd de overweg bij wachtpost 66 bereikt. De meeste bussen reden hier rechtdoor om via Grubbenvorst naar Horst en Venray te gaan, maar deze zaterdagse marktbus sloeg hier linksaf om via deze overweg naar Horst te rijden. Op hetzelfde moment naderde een personentrein die om 13:03 uur uit Venlo richting Nijmegen was vertrokken en die het laatst in Blerick om 13:10 uur had gestopt. Bij wachtpost 66 aangekomen had de buschauffeur niet het minste vermoeden van het naderende gevaar. Bij de bewaakte overweg waren de overwegbomen nog geopend en de chauffeur reed de overweg op. Juist op dat moment was ook de trein ter plekke en ondanks krachtig remmen van de machinist boorde de trein zich met een ontzettende slag midden in de bus. De bus werd met de inzittenden 150 meter door de trein voortgeduwd en verpletterd. Drie mensen waren op slag dood, drie raakten zwaar gewond, twee overleden later aan hun verwondingen en de andere inzittenden raakten licht tot ernstig gewond. Het geschreeuw van de gewonden was op grote afstand te horen. De ravage was enorm: de autobus was totaal versplinterd en de brokstukken lagen over een groot gebied verspreid. Men achtte het een wonder dat niet alle inzittenden vermorzeld waren. De overweg was een bewaakte overweg met slagbomen. Bij de overweg stond het wachthuisje en daarachter lag de kleine woning van wachtpost 66. Hier woonde de familie Ebben-Janssen: vader en moeder met hun 12 kinderen. Vader en de oudste zoon werkten als ploegbaas en baanarbeider bij de spoorwegen en de 49-jarige mevrouw Egberdina Ebben was al 26 jaar in dienst bij N.S. als wachteres van bewaakte overwegen. Ze deed eerder dienst in Gennep, Sint Oedenrode, Veghel en nu in Blerick. Tijdens haar huwelijk kreeg ze vijftien kinderen, waarvan er nog twaalf in leven waren. De jongste was amper een jaar oud. Haar taak bestond uit het neerlaten van de overwegbomen bij het naderen van een trein en na het passeren van de trein deze weer in verticale stand te brengen. Drie minuten vóór de komst van de trein zou ze door een kloksignaal gewaarschuwd worden. Haar dienst begon ’s morgens om 05:02 uur en eindigde ’s avonds om 17:02 uur, zodat ze dagelijks twaalf uur onafgebroken dienst verrichtte, zonder enige rust. Voor haar werk kreeg ze een vergoeding van 578 gulden per jaar, waarvan ze 3,5% moest betalen aan pensioenpremie en ziekenfonds. De lijn Venlo – Nijmegen werd als een zeer drukke lijn beschouwd, omdat er dagelijks zo’n 63 treinen passeerden. Vanwege de drukke lijn kreeg mevrouw Ebben nog wekelijks 1 gulden toeslag. Als men bedenkt dat de wachteres bij iedere passerende trein ca. 10 minuten in de weer was, dan zou ze zich in die twaalf uur durende diensttijd in totaal 1½ uur met andere zaken (rust, eten en huishouden) bezig kunnen houden. En dat zeven dagen per week!

Mevrouw Ebben voelde zich de laatste tijd niet zo goed, ze had last van duizelingen en ze was daarom onlangs nog bij een dokter geweest, maar die tilde daar niet zo zwaar aan. Haar werkgever zou op de hoogte zijn geweest van haar zwakke gezondheid. De oudste dochter had al eens gevraagd om het werk van haar moeder te mogen overnemen, maar dat werd geweigerd. Haar man had al meerdere keren om overplaatsing naar een lichtere post gevraagd. Maar er was niets voorhanden. Onlangs had ze een post in Ravenstein aangeboden gekregen, maar de wachterswoning aldaar was te klein om het grote gezin te herbergen. Op die bewuste middag was de wachteres druk met haar huishouden bezig, daardoor had ze het sein van de naderende trein niet gehoord. Ze kwam naar buiten op het moment dat de trein de bus greep. Totaal van streek, een zenuwcrisis nabij werd ze in haar wachtpost gebracht. Ze kon voorlopig niet verhoord worden. Ooggetuigen vertelden:

-        De trein nam de autobus op de buffers en droeg deze in volle vaart voor zich uit. Enkele inzittenden werden spoedig uit de opengereten bus geslingerd, terwijl anderen tegen en om de trein bleven hangen of tussen de overblijfselen van de bus beklemd raakten. De passagiers van de trein stapten gillend uit en liepen in het wild rond.
-        Een 25-jarige radiohandelaar uit Heerlen, zag het ongeluk voor zijn ogen gebeuren. Hij sprong uit zijn auto en liep naar de trein die inmiddels stil stond. Hij hielp een tweetal personen, die tegen en op de locomotief zaten, naar beneden. Links en rechts van de spoorlijn lagen gewonden en dode passagiers. Er moest meer hulp komen. De jongeman sprong in zijn auto om in Venlo de politie en hulpdiensten te waarschuwen.
-        Een 26-jarige bakker uit Horst, die met twee gebroken benen en een hoofdwond werd opgenomen in het ziekenhuis, vertelde: Ik stond voorin, achter de chauffeur. Ik zag dat hij zijn hand naar links uitstak om zo een teken te geven dat hij de overweg wilde oversteken. Midden op de overweg aangekomen, zag ik, hevig schrikkend, dat een locomotief op onze bus kwam aanstormen.
-        Een veertienjarige knaap werd uit de bus geslingerd en kwam voor op de locomotief bij bewustzijn. Hij kwam er van af met een paar schrammen en kneuzingen.
-        De buschauffeur vertelde: De bomen waren open en ik heb geen trein gezien. Ik heb nog mijn hand uitgestoken ten teken dat ik de overweg wilde passeren. Ik ben altijd erg voorzichtig bij overwegen, omdat mij acht jaar geleden een bijna ongeluk is overkomen. Ik was toen chauffeur bij een dokter en kon gelukkig zo hard remmen zodat ik bijna onmiddellijk stilstond. De trein passeerde toen op een paar decimeter afstand. Nu was hij minder fortuinlijk. In zijn doodsangst heeft hij zich kunnen vastgrijpen aan de rechterlantaarn van de locomotief en heeft zich zo honderd meter later meesleuren, voordat de trein tot stilstand kwam. Hij overleefde het ongeluk met slechts enkele vleeswonden en een hevige shock.
-        Een treinpassagier vertelt: Wij hadden juist station Blerick verlaten en de overweg bij wachtpost 66 bereikt, toen wij een hevig gekraak hoorden en een schok waarnamen. Het was ons onmiddellijk duidelijk dat er iets bijzonders gebeurd moest zijn. Ik sprong op en liep met zo’n vaart naar het coupéraampje dat ik mijn hoofd stootte en zag op dat zelfde ogenblik dat een zwaar voorwerp voorbij vloog, dat later het afgerukte dak van de autobus bleek te zijn. Enige seconden later stond de trein met een ruk stil en waren wij getuige van de ontzettende gebeurtenis. De motor van de bus en de motorkap zaten onder de locomotief, waaronder later drie slachtoffers werden weggehaald. Aan alle kanten hoorden we het gekerm van gewonden, die ten dele tussen de resten van de autobus beklemd zaten en voor een ander deel kreunend langs de weg lagen. Van alle kanten werd hulp geboden, maar het reddingswerk kwam pas goed op gang toen een aantal geneeskundigen arriveerden. Vooral de aanwezige militaire dokter verrichtte goed werk. De treinpassagiers waren ontzet over het gebeurde en de stemming in de trein was dan ook zeer bedrukt toen die na precies 1 uur en 13 minuten stagnatie te hebben gehad, de reis naar het noorden voortzette.

Hulpverlening - Direct na het ongeluk werd door voorbijgangers de politie en de hulpdiensten te Venlo gewaarschuwd. Onmiddellijk spoedden doctoren en geestelijken zich per auto naar de plaats van het ongeluk, gevolgd door de militaire politie. Het terrein werd door militairen afgezet om de duizenden nieuwsgierigen op een afstand te houden. De burgemeesters van Venlo, Horst, Sevenum en Grubbenvorst waren spoedig persoonlijk aanwezig, alsook de stationschef en de onderstationschef van Venlo. Onder leiding van militairen werden de gewonden, na de eerste hulp, onmiddellijk met particuliere auto’s naar het Sint Jozefziekenhuis te Venlo gebracht. De marechaussee stelde een uitvoerig onderzoek in. Om 15:00 uur arriveerde het parket uit Roermond: officier van justitie mr. dr. Rieter en rechtercommissaris mr. Marres en dhr. Hox, waarnemend griffier, die ter plaatse een onderzoek instelden en het spoorwegpersoneel en de gewonden, voor zover deze tot het geven van inlichtingen in staat waren, ondervroegen.

Bus inzittenden (slachtoffers) - De slachtoffers die het leven lieten bij deze dramatische gebeurtenis en op slag gedood werden waren:
- Franciscus Winckens, 65 jaar, gehuwd en vader van negen kinderen, uit Venray.
- Pieter Johannes Swinkels, 58 jaar, gehuwd en vader van acht kinderen, uit Venray.
- Peter Johannes Antonius Hubertus Moorrees, 17 jaar, uit Horst.
Zwaar gewond werden:
- Gerard Johannes Hubertus Peters, vertegenwoordiger uit Venray, zwaar gewond (hoofdwond en beide benen gebroken). Hij overleed twee dagen later op 16 februari 1931, hij was 48 jaar oud.
- dhr. L. Kleven, 29 jarige bakker uit Horst, zwaar gewond aan hoofd en borst en 2 gebroken benen.
- dhr. H. Joosten, wethouder van Grubbenvorst, zwaar gewond, hij moet waarschijnlijk zijn rechtervoet missen.
Licht tot ernstig gewond werden:
- mevr. Swinkels (echtgenote van Pieter J. Swinkels die het ongeluk niet overleefde) hoofdwond en beenbreuk, en hun zoon.
- Harry Vollenberg, Venray, 14 jaar.
- dhr. Gerard van Leuken, koopman uit Venray, 38 jaar, vader van 7 kinderen.
- chauffeur J. Wieferink uit Venray, ernstige hoofdwond.
- dhr. Kraus uit Horst (woonwagenbewoner).
- mevr. Kraus-Hulkens uit Horst, ernstige shocktoestand, zij overlijdt op 6 maart 1931.
- mevr. Peters, echtgenote van Gerard Peters die het ongeluk niet overleefde, en hun zoon, beiden uit Venray.
- dhr. Van Dijk uit Venray, zijn duim werd afgerukt; na verbonden te zijn kon hij het ziekenhuis weer verlaten.
- mevr. Winckens uit Venray, dochter van de overleden F. Winckens, en haar zoon.
Vijf personen konden na behandeling meteen naar huis:
- dhr. Th. Van Dijck, koopman uit Venray.
- dhr. J. Gommans uit Venray, soldaat in Blerick.
- dhr. A. Jacobs, koopman te Leunen.
- dhr. A. Janssen uit Horst.
- dhr. J. Verstraelen uit Venray.

Blijken van medeleven - De burgemeesters van Venlo, Venray en Horst kregen telegrammen van H.M. Koningin Wilhelmina, de commissaris der Koningin in Limburg en de Bond van Nederlandse autobusondernemingen met het verzoek hun oprechte deelneming aan de nabestaande van de slachtoffers over te brengen. De commissaris der Koningin bezocht het Sint Jozefziekenhuis om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de toestand van de gewonden.

Oorzaak van de ramp - waren de openstaande spoorbomen, die de overwegwachteres had moeten sluiten. De media nam het al snel op voor de moeder van het grote gezin. Dat er sprake was van nalatigheid was wel duidelijk, maar de vraag was of dat ook verwijtbaar was? De pers was van mening dat er kritisch naar de N.S. gekeken moest worden. Welk bedrijf haalde het in zijn hoofd om zo’n zware post toe te vertrouwen aan een vrouw die én ziekelijk én de zorg voor zo’n groot gezin had. Die verontwaardiging was niet alleen in Venlo te horen. In heel Nederland nam men het op voor de ongelukkige spoorwachteres. Deze campagne werd voortgezet in cabaretliedjes. In de liedjes draaide het niet om de slachtoffers, de afschuwelijke details, de uiteen gereten bus of het gekerm van de gewonden, maar het ging om de wachteres met haar talrijke kroost, die verzuimd had de bomen te sluiten. De dichter klaagde de wachteres niet aan voor haar schuld, maar beklaagde haar lot.

Klachtlied van een wachteres
O God, ik leef in nood, ik heb door mijne schuld gedood
Vier mensen onverwacht, waar ik toen niet aan dacht
Ik heb jarenlang trouw mijne plicht vervuld
Nu heb ik verzuimd: een ongeluk door schuld
Ik kan het niet meer aan, ik kan geen voet meer gaan
Ja, geheel mijn leven lang, mijn gemoed blijve zeer bang
Ik, moeder van een gezin, had tot taak en tot gewin
Voor mij zo talrijke kroost, een post zoo onverpoost
Mijn moederhart was op dat ogenblik
Misschien meer op mijn kinderen beschikt
Want ach, mijn taak was zwaar, meermalen werd ik gewaar
Ik had aan de maatschappij, verlichting gevraagd voor mij
Ik vergeet nooit dat ogenblik, vol aller angst en schrik
Hoe zovele mensen daar, als wrakken al te gaar
Ik hoor daar nog die verschrikkelijke stoot
Die allen daar bracht in den grootsten nood
Auto versplinterde gansch, dood en gewonden thans
O, God, sta mij bij, heb met mij medelij

Epiloog - Wachteres Egberdina Ebben van wachtpost 66 te Blerick werd ten gevolge van het niet sluiten van de bomen van haar wachtpost, op 27 maart 1931 door de N.S. op staande voet ontslagen. Ze was tot die datum ziek. ‘Zo betaalt ook nu weer de arbeidster met broodroof voor de gevolgen van de rationalisatie van de directie’, aldus de krant.

Rechtszaak - De rechtbank van Roermond deed op 16 juni 1931 uitspraak in de zaak tegen mevrouw Ebben-Janssen uit Grubbenvorst en veroordeelde haar tot een maand hechtenis, wegens ‘het doen ontstaan van gevaar voor het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg’. De eis was drie maanden hechtenis wegens dood door schuld. De straf werd uiteindelijk verminderd tot een week hechtenis doordat koningin Wilhelmina gratie verleende. Intussen was het gezin van de wachteres overgeplaatst naar wachtpost 56 bij Melderslo. In wachtpost 66 trok een ander spoorweggezin en ook deze vrouw bewaakte de overweg. Op het einde van de vijftiger jaren kwam de spoorwegovergang bij wachtpost 66 te vervallen. Het verkeer maakte sindsdien gebruik van de onderdoorgang bij het enkele honderden meters verderop gelegen spoorviaduct over de Horsterweg. Op de plaats van wachtpost 66, kruist anno 2014 de A 67 de spoorlijn Venlo-Nijmegen.

Bronnen - Nieuwe Venlosche Courant 16-02-1931; Info LGOG Kring ter Horst nr.50 - februari 2014 Nel Verstegen-Maessen; Buun 2001, blz.5-10.